Varkenswangetjes met Rodenbach

Varkenswangetjes met Rodenbach

Kook dit gerecht in deze stappen

  1. Pel de uien en het teentje look en snipper ze fijn.

  2. Zet een grote stoofpot op het vuur en smelt een klontje boter. Stoof de ui- en looksnippers in de hete boter.

  3. Smelt een klontje boter in een braadpan. Kruid het vlees met peper en zout. Bak de varkenswangetjes kort aan alle zijden. Bak het vlees in meerdere keren.

  4. Doe het gebakken vlees in de stoofpot bij de ui.

  5. Voeg het kruidentuiltje met de kruidnagel toe.

  6. Giet het bier in de braadpan en roer alle aanbaksels los. Voeg het warme bier bij de varkenswangetjes.

  7. Strooi de suiker in de pot. Smeer de boterham in met de mosterd. Leg de boterham bovenop het vlees en zet het deksel op de pot.

  8. Laat de stoofschotel 2 uur sudderen op een zacht vuur.

  9. Witloofslaatje: reinig het witlof en halveer de stronkjes. Snij het harde gedeelte onderaan weg. Snij de stronkjes vervolgens in zeer fijne reepjes en doe ze in een kom. Voeg de mayonaise toe. Kruid het witlofslaatje met een scheutje azijn. Kruid met peper en zout. Meng alles voorzichtig.

  10. Bak de verse frietjes in het frituurvet op 180°C tot ze goudbruin en knapperig zijn. Laat de frietjes kort uitlekken in een kom met keukenpapier.

  11. Serveer de varkenswangetjes met het witlofslaatje en de gebakken frietjes.