Mascarponelimoncellotrifle met granaatappelpitten

Bekleed een bakblik met bakpapier. Strijk het overal zo glad mogelijk en laat een stukje over de zijkanten hangen. Dit moet je straks naar binnen vouwen.

Week de gelatineblaadjes in koud water.

Klop de granaatappelpitten uit de granaatappels en vang het sap op. Meng onder de granaatappelpitten.

Klop 4,5 dl room goed stijf op. Klop de mascarpone in een andere kom los met de lemoncurd, vanillezaadjes en suiker. Doe de limoenzeste eronder. Meng de mascarpone voorzichtig onder de slagroom tot een gladde massa.

Knijp de gelatineblaadjes uit en los op in 2 eetlepels heet water. Roer 2 eetlepels van de opgeloste gelatine door het granaatappelsap en de rest door de mascarponeroom.

Giet een laagje van de mascarponeroom op de bodem van het bakblik.

Giet de limoncello in een platte schaal. Dip de maderakoekjes erin en leg een laagje van de koekjes op de mascarponeroom. Verdeel er wat granaatappelpittenmousse over.

Schep nog een laag mascarponemousse met daarboven in limoncello gedrenkte koekjes en granaatappelpittenmousse.

Herhaal dit tot het bakblik vol is. Eindig met een laagje koekjes.

Vouw het bakpapier over de bovenkant en zet minstens 4 uur in de koelkast. Je doet dit best de avond voordien, zo kan het een hele nacht opstijven in de koelkast.

Klop de resterende slagroom stijf met een beetje suiker. Kleur de amandelschilfers in een droge, hete koekenpan.

Draai de trifle om op een mooie schaal en bedek met de slagroom. Werk af met de gekleurde amandelschilfers op de zijen bovenkant.