Mandarijntjestaart met mascarpone, gember en limoenroom

Knip het bakpapier op de maat van de bodem van de springvorm.

Smelt de boter. Verkruimel de koekjes in de blender. Meng de koekkruimels door de boter en strijk het mengsel uit op de bodem van de met bakpapier beklede springvorm. Laat opstijven in de koelkast.

Week de gelatineblaadjes in koud water.

Schil en rasp de gember, druk het sap uit de geraspte gember tot je een eetlepel hebt.

Klop de room half stijf.

Verwarm het sinaasappelsap samen met het limoen- en gembersap. Knijp het water uit de gelatineblaadjes en los ze op in het warme vruchtensap.

Doe de mascarpone in een mengkom en roer de bloemsuiker erdoor. Roer het sap met gelatine en de opgeklopte room erdoor. Roer tot een egaal mengsel en giet op de koekjesbodem. Strijk de bovenkant glad met een spatel. Laat 2 uur opstijven in de koelkast.

Pel de mandarijntjes en verwijder zoveel mogelijk de witte draadjes. Verwarm de abrikozenconfituur.

Schik de mandarijnpartjes in cirkels van buiten naar binnen op de afgekoelde taart. Borstel de mandarijntjes in met een glanzend laagje abrikozenconfituur. Plaats nog even in de koelkast.

Dip een mes in heet water en snij even langs de binnenste rand van de springvorm. Ontvorm voorzichtig.